Arbowet E.H.B.O.

  • Daniel

    De werknemer die een stukje van z'n vinger verloor, werkte onder verantwoordelijkheid/ in opdracht van een werkgever. De werkgever is verantwoordelijk voor de veiligheid in zijn werkplaats.

    De brandweerman is (al dan niet betaald) in dienst, en dus werknemer, van de brandweer. Hij maakt deel uit van een korps en volgt in die hoedanigheid een aantal oefeningen ter optimalisering van zijn beroepsvaardigheden. Wanneer de brandweerman tijdens een oefening een persoon van meer dan 25 kg verplaatst, verricht hij deze handeling in opdracht en onder verantwoordelijkheid van de organisatie waarvan hij lid is. Dat is het probleem bij de brandweer.

    Het is handig om te bezien wat het werkingsveld is van de Arbowet. Concreet zou je dan kunnen stellen, dat de kaderinstructeur werkzaamheden verricht onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de vereniging. De kaderinstructeur moet dan volgens de Arbo-regels werken, hij/zij is de werknemer, en mag dus, bijvoorbeeld, niet meer tillen dan 25 kg.

    De cursisten zijn werknemers in de zin van de Arbowet wanneer zij, bijvoorbeeld, dienst hebben bij een evenement. Dan dienen de hulpverleners wel aan de Arbo-eisen voor werknemers te voldoen.

    De cursisten zijn geen werknemers in de zin van de Arbowet, wanneer zij een (herhalings)cursus volgen. In die zin zijn de arbo-eisen voor werknemers niet op cursisten van toepassing en zouden cursisten wel meer dan 25 kg mogen tillen. Ze zijn gewone individuele burgers, zonder dienstverband met de EHBO-vereniging. Voor burgers is toch geen arbo-wet van toepassing?

    De instelling die de opleiding verzorgt dient te zorgen voor goede opleidingsfaciliteiten. Wanneer je de overige bepalingen bekijkt in hoofdstuk 1, paragraaf 1.2 en volgenden, dan zie je nog meer eisen staan, die aan een gecertificeerd opleidingsinstituut worden gesteld. Ik kan wel zeggen: EHBO-verenigingen voldoen daar vaak niet aan. Dus moet je concluderen: Het Oranje Kruis is de opleidende instantie, en die dient derhalve voor goede cursuscondities te zorgen.

    Om het verhaal toch duidelijk te krijgen: hierover neem ik contact op met de arbeidsinspectie. De resultaten volgen.

    Daniel

  • Okko

    Kijk maar even op http://nl.osha.eu.int/

    onder het kopje infrastructuur.

    Beide brochures zijn te downloaden onder het kopje thema's. Even zoeken naar vrijwilligerswerk. Dan eerst eens goed lezen voordat we hier een enorme discussie gaan voeren terwijl niemand weet wat de inhoud hiervan is.

  • Daniel

    Het discussiepunt van de Arbo-eisen voor de cursisten is m.i. wel een belangrijk item. Echter, hiervan is niets vermeld in de documentatie. Gevoegelijk neem ik dan aan, dat we met cursisten niets hebben te maken, als we het Arbo-verhaal aanpakken.

    Ik ben overigens al een maand of 2, 3 met het gebeuren bezig.

    Daniel

  • Maarten

    Okko,

    Ik heb al eens vaker in een discussie met jou gezeten. Daarbij was jou standpunt dat je je strikt aan het EHBO boekje moet houden en elke afwijking daarvan was absoluut uit den boze. En vervolgens werd iedereen gewaarschuwd dat ik levensgevaarlijke uitspraken deed.

    Het protocollen boekje, die nu overigens stroomschema's heten, was zo ongeveer het meest erge wat de EHBO'er kon overkomen.

    Ik weet niet of je het boekje “de geoefende EHBO'er” alks eens doorgewerkt hebt, maar daarin vindt je de de antwoorden op de vraag, of en inhoeverre manuele fixatie (en het vooraf in de neutrale stand brengen) van het hoofd door EHBO'ers mag gedaan worden. En zo zijn er nog een aantal andere discussiepunten daarin terug te vinden.

    Cursisten leren improviseren als de geijkte oplossingen niet toereikend zijn is een van de belangrijkste doelstellingen van de EHBO. Cursisten wijzen op de juridische aspecten van hun hulpverlening is geen afschuiven van verantwoordelijkheid, maar hun duidelijk maken binnen welke grenzen gewerkt kan c.q. moet worden gewerkt.

    Nu verwijt je mij en Daniel met zoveel woorden dat we niet weten waar we het over hebben en eerst de brochure moeten doorlezen voordat we de discussie voeren.

    Kortom, als ik niet beter zou weten zou ik gaan denken, dat je bij je oordeelsvorming, niet gehinderd wordt door de gedachte dat anderen deskundigheden kunnen hebben die jij niet bij ze verwacht.

    ik ben zeker geen arbo-deskundige, maar in mijn dagelijkse werk ben ik o.a. belast met het toezicht op de naleving van o.a. de arbowetgeving. Daarvoor heb ik o.a. de de cursussen VCA I (voor uitvoerenden) en VCA II (voor leidinggevenden) gevolgd.

    Ik kan daarom je alleen maar adviseren eerst eens op je gemak het “compleet arbo-regelgevingboek” dat door de FNV wordt uitgegeven door te lezen. Daar wordt je middels ca. 800 A4 pagina's haarfijn uitgelegd wat de ARBO wet feitelijk inhoudt.

    op de website van de FNV vindt je ook een rubiek ARBO waar je een groot deel van dit boek terugvind.

    Als je dat gedaan hebt, dan denk ik dat je de brochures met andere ogen gaat lezen.

  • Okko

    Maarten,

    Dit is alleen voor jouw en helaas wel via deze lijst.

    Ik verwijt je NIETS, ALLEEN DAT JE ALTIJD ANDERMANS WOORDEN VERDRAAIT. dat doe je nu weer.

    Gefeliciteerd met je behaalde resultaten.

    Voor alle anderen:

    Mijn excuses voor de woorden hierboven.

    Ik bedoelde met mijn verhaal dat er nog al eens moeilijk wordt gedaan, terwijl het eigenlijk niet nodig is.

    Onze organisaties hebben ons tot nu toe nog niet gewezen op deze zaken (althans mij niet bekend). Kunnen we deze zaken niet eens voorleggen aan onze overkoepelende organisaties, zodat we dit gezamenlijk kunnen aanpakken als het nodig mocht blijken. We hoeven dan namelijk niet allemaal opnieuw het wiel uit te vinden, als het nodig is.

    Ik ken de brochures nog niet. Heb ze net binnen en ga mij er volgende week eerst eens in verdiepen.

    Voor Maarten:

    DAT BEDOELDE IK ONDERMEER TE ZEGGEN. NIET MEER EN NIET MINDER.

    DUS ABSOLUUT GEEN VERWIJTEN AAN JULLIE ADRES.

  • Maarten

    Toespraak door staatssecretaris J.F. Hoogervorst van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op de conferentie ‘Arbowet en vrijwilligerswerk’ op 30 november 1999 in den Haag.

    Welkom bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

    We gaan het vanmiddag hebben over arbeidsomstandigheden in het vrijwilligerswerk. Een belangrijk onderwerp. Al was het maar omdat in Nederland niet minder dan zo’n drie miljoen mensen vrijwilligerswerk doen. Sterk uiteenlopende soorten werk, zoals u weet. Maar werk dat als gemeenschappelijk kenmerk heeft dat het van groot belang is voor de samenleving. Die samenleving zou veel tekort komen zonder de inzet en de inspanningen van deze drie miljoen vrijwilligers.

    En toch, zo lijkt het, maakt de overheid het die vrijwilligers soms moeilijk. Komt de overheid het vrijwilligerswerk lastig vallen met de Arbeidsomstandighedenwet, met een verplichte risico-inventarisatie en -evaluatie. Ik kan me goed voorstellen dat velen van u denken: wat moeten we daar nu weer mee?

    Ik denk dat het wel mee zal vallen. En ik ben er ook nog eens tamelijk zeker van dat u met mij overtuigd bent van het belang van goede en veilige arbeidsomstandigheden. Anders zou u vanmiddag niet hier zijn gekomen.

    Want ook vrijwilligers doen bij tijd en wijle ongezond of gevaarlijk werk. Vaak zonder dat ze dat zelf beseffen. Wat te denken van een foto die ik laatst in de krant zag van enthousiaste jongeren die bezig waren het dak van hun clubhuis te repareren. Op ongeveer vier meter hoogte. De dappere scouts hadden niet gezorgd voor beschermende maatregelen tegen vallen. Als de Arbeidsinspectie professionele bouwvakarbeiders zo ziet werken, laat ze het werk meteen stilleggen.

    Of wat te denken van de vrijwilliger die gehandicapten begeleidt bij het sporten en die er zijn hand niet voor omdraait in zijn eentje een forsgebouwde gehandicapte op te tillen? In de zorgsector proberen we arbeidsongeschiktheid terug te dringen door daar nu juist een einde aan te maken. In de zorginstellingen gebruiken ze daarvoor nu hulpmiddelen of tillen ze mensen met zijn tweeën.

    Dit soort werk is natuurlijk niet minder gevaarlijk of minder ongezond als het onbetaald wordt verricht. Dus is het volgens mij wel logisch dat we als overheid niet schouderophalend aan de arbeidsomstandigheden in het vrijwilligerswerk voorbij gaan. Ook vrijwilligers moeten veilig en gezond kunnen werken.

    Aan de andere kant heb ik wel begrip voor uw probleem. Uw organisaties hebben vaak niet genoeg geld om een arbodienst in te kunnen schakelen. En voor sommige vormen van vrijwilligerswerk is dat niet altijd echt nodig. Maar vaak is het ook wel nodig. Ik heb u het voorbeeld gegeven van dat dak van een clubhuis. Daar had toch echt iemand even stil moeten staan bij de veiligheidsaspecten van dat soort vrijwilligerswerk.

    We moeten bevorderen dat er voldoende aandacht is voor veiligheid en gezondheid in het vrijwilligerswerk. Om dat te bereiken zonder gelijktijdig de sector van het vrijwilligerswerk te belasten met zware en dure procedures, hebben we bekeken of er een begaanbare tussenweg is. Ik denk dat we die hebben gevonden in de vorm van een brochure en een checklist waarmee de vrijwilligerssector aan het werk kan.

    Vandaag verschijnt de brochure over arbeidsomstandigheden voor organisaties in het vrijwilligerswerk. In die brochure wordt aan de hand van vijftien vragen het hele terrein van de arbeidsomstandigheden doorgenomen. Organisaties kunnen aan de hand van die brochure vaststellen wat ze te doen staat op het gebied van de arbeidsomstandigheden.

    In ieder geval moet elke werkgever - en iedereen die vrijwilligerswerk laat doen is ook echt werkgever - zorgen voor een risico-inventarisatie en evaluatie. U kunt die inventarisatie op laten stellen door een arbodienst. Maar u kunt er als werkgever ook voor kiezen dat zelf te doen. Vervolgens moet worden bekeken of die risico-inventarisatie deugdelijk is. Dat moet in beginsel wel worden gedaan door een arbodienst.

    Maar ik heb besloten dat de komende twee jaar een aantal vrijwilligersorganisaties wordt vrijgesteld van die verplichte toetsing. Het gaat om organisaties die ten hoogste veertig uur per week betaald werk laten verrichten. De vrijwilligersorganisaties kunnen zelf vaststellen of ze voldoen aan de voorwaarden voor vrijstelling.

    U gaat dus een risico-inventarisatie maken. Hoe doet u dat?

    Daar hebben we hulpmiddelen voor ontwikkeld in de vorm van checklists. Er zijn in veel verschillende branches inmiddels van die lijsten ontwikkeld. Sommige vrijwilligersorganisaties kunnen misschien hun voordeel doen met zo’n bestaande checklist. Maar op verzoek van uw koepelorganisaties, NOV en NOC*NSF, en mijn ministerie heeft TNO arbeid twee checklists ontwikkeld die speciaal voor vrijwilligerswerk zijn bedoeld.

    De eerste is een algemene checklist die ‘Arbocheck voor vrijwilligerswerk’ heet. De andere is in het bijzonder bedoeld voor sportorganisaties en die heet dan ook ‘Arbocheck voor sportorganisaties’. Aan de hand van de lijst kunt u aankruisen welke punten voor uw organisatie van betekenis zijn en waar u verbeteringen aan moet brengen om te voorkomen dat er ongelukken kunnen gebeuren.

    Veel ongelukken zijn het gevolg van nalatigheid, van het gebruik van ondeugdelijke apparaten en hulpmiddelen, van ondeskundig gebruik van gereedschap, van onwetendheid over de risico’s van het werken met bepaalde stoffen. Dikwijls is er in werkprocessen sprake van diepingesleten gewoonten, die eigenlijk riskant zijn, maar waar niemand bij stilstaat omdat het immers al vele jaren goed gaat. Totdat het een keer fout loopt. En dan is achteraf meestal vlug vastgesteld dat het ongeluk eigenlijk niet had hoeven te gebeuren. Maar dat is napraten.

    Met de checklist kunnen vrijwilligersorganisaties de omslag maken van napraten naar vooruitzien. Van genezen naar voorkomen.

    Als de organisatie met de checklist in de hand heeft vastgesteld welke punten aangepakt moeten worden, dient ze een plan van aanpak op te stellen. En dat vervolgens natuurlijk ook uit te voeren, want daar is het allemaal om begonnen.

    En dat controleren we ook. De Arbeidsinspectie gaat na of werkgevers en werknemers zich houden aan de Arbowet, ook bij vrijwilligersorganisaties. Als u een arbeidsinspecteur op bezoek krijgt, moet u een risico-inventarisatie kunnen laten zien. Kunt u dat niet, dan krijgt u een boete. Maar dat hoeft u dus niet meer te overkomen. U hebt nu de instrumenten in handen waarmee u een goed arbeidsomstandighedenbeleid kunt voeren.

    Ik heb aan uw sector vrijstelling van de verplichting om een arbodienst in te schakelen bij het opstellen van de risico-inventarisatie verleend voor een periode van twee jaar. Die twee jaar zijn ingegaan op 1 november, toen de Arbeidsomstandighedenwet 1998 van kracht is geworden. De vrijstelling duurt tot 1 januari 2002. Tegen het einde van die twee jaar zullen we moeten bezien of die vrijstelling kan worden verlengd.

    Of dat gebeurt, hebt u als vrijwilligersorganisaties goeddeels zelf in de hand. Bovendien zijn goede arbeidsomstandigheden in het belang van de sector vrijwilligers. Want u bent erbij gebaat waar mogelijk ongelukken en ziekte te voorkomen. Dat is in het belang van de goede naam van uw organisaties.

    Ik wens u voor vandaag een prettige en nuttige bijeenkomst toe. En voor de komende jaren alle succes bij het voeren van een goed arbeidsomstandighedenbeleid.

  • Daniel

    Inmiddels heb ik bij het ministerie van SZW navraag gedaan naar de oplossing van de problematiek die speelt bij het oefenen van bijvoorbeeld de noodvervoersgreep van Rautek, waarbij de cursist een massa groter dan 25 kg tilt.

    Allereerst is het niet zo, dat die 25 kg een wettelijk maximum is. Het is ‘slechts’ een richtlijn voor een veilige maximaal te tillen massa. Wanneer je regelmatig zwaardere lasten tilt, kan dat lichamelijke klachten als gevolg hebben. In de verhouding Werkgever - Werknemer is de werkgever er verantwoordelijk voor dat hij zijn personeel niet structureel meer laat tillen dan 25 kg. Bovendien is het de verantwoordelijkheid van de werknemer om zich aan de afspraken over deze maximale tillast te houden. Het ontmoet geen bezwaar wanneer de werknemer incidenteel een grotere massa dan 25 kg tilt, mits hij daartoe lichamelijk in staat is.

    Toegespitst op de situatie in de EHBO-vereniging:

    Inzake het Arbo-beleid is de vereniging verplicht om ook rekening te houden met de cursisten. Er is echter geen sprake van een arbeidsverhouding. Cursisten zijn zelf verantwoordelijk voor wat ze tijdens de cursus doen. Loopt een cursist rugklachten op doordat hij tijdens de oefeningen te zwaar heeft getild, dan komt dat niet voor de verantwoording van de vereniging, mits……….. de vereniging gezorgd heeft voor een goede RI&E, waarin dat probleem is aangegeven, en een plan van aanpak waarin is vastgelegd op welke wijze de vereniging dit probleem bestrijdt.

    Het uitvoeren van de noodvervoersgreep van Rautek kan zonder problemen worden geoefend, wanneer daarvoor een goede tilmethode voorhanden is (tillen vanuit de benen en niet vanuit de rug). Indien de cursist zich niet aan die methode houdt, is hij daarvoor ook zelf verantwoordelijk. Dit geldt ook, wanneer de cursist een handeling oefent, waarvan hij weet dat die boven zijn vermogen gaat.

    In onze vereniging hebben we het probleem van het tillen als volgt opgelost. Tijdens de nieuwe cursus verrichten de cursisten de Rautekgreep hooguit 2 of 3 keer in de gehele cursus, om de vaardigheid en het gevoel in de handeling te krijgen. Wanneer de cursist onverhoopt de handeling in het echt moet doen, heeft hij toch een idee, welk gewicht hij te versjouwen krijgt. Wanneer je alleen met dummies van 25 kg oefent, is het gevaar dat ze zich vertillen veel groter, dan wanneer de cursisten een paar keer echt geoefend hebben. Bij de overige handelingen wordt het slachtoffer alleen vastgepakt, en wordt niet meer getild.

    De EHBO-vereniging moet er dus wel alles aan doen om een zo Arbo-vriendelijke cursus te organiseren, maar ze is niet verantwoordelijk voor de nadelige gevolgen aan cursisten, wanneer het plan van aanpak, dat is opgesteld n.a.v. de RI&E, uitgewerkt en gehandhaafd wordt.

    Dus zolang je als vereniging maar kunt verantwoorden wat je doet, is er niets aan de hand.

    Daniel

  • sandra

    hallo allemaal,

    ik ben sandra van hees, 16 jaar en moet volgende week een betoog houden. daarom zocht ik een leuk en interessant onderwerp en dit (wat een EHBO'er wel en niet mag) lijkt me heel leuk en interessant. zou iemand van jullie mij aub wat informatie willen sturen want ik weet er namelijk nog niet veel van…

    ik hoop dat ik snel een reactie krijg.

    alvast bedankt!!!!

    groetjes sandra

    sandra_van_hees@hotmail.comMaarten schreef:

    >

    > Okko,

    >

    > Ik heb al eens vaker in een discussie met jou gezeten.

    > Daarbij was jou standpunt dat je je strikt aan het EHBO

    > boekje moet houden en elke afwijking daarvan was absoluut uit

    > den boze. En vervolgens werd iedereen gewaarschuwd dat ik

    > levensgevaarlijke uitspraken deed.

    >

    > Het protocollen boekje, die nu overigens stroomschema's

    > heten, was zo ongeveer het meest erge wat de EHBO'er kon

    > overkomen.

    >

    > Ik weet niet of je het boekje “de geoefende EHBO'er” alks

    > eens doorgewerkt hebt, maar daarin vindt je de de antwoorden

    > op de vraag, of en inhoeverre manuele fixatie (en het vooraf

    > in de neutrale stand brengen) van het hoofd door EHBO'ers mag

    > gedaan worden. En zo zijn er nog een aantal andere

    > discussiepunten daarin terug te vinden.

    >

    > Cursisten leren improviseren als de geijkte oplossingen niet

    > toereikend zijn is een van de belangrijkste doelstellingen

    > van de EHBO. Cursisten wijzen op de juridische aspecten van

    > hun hulpverlening is geen afschuiven van

    > verantwoordelijkheid, maar hun duidelijk maken binnen welke

    > grenzen gewerkt kan c.q. moet worden gewerkt.

    >

    > Nu verwijt je mij en Daniel met zoveel woorden dat we niet

    > weten waar we het over hebben en eerst de brochure moeten

    > doorlezen voordat we de discussie voeren.

    >

    > Kortom, als ik niet beter zou weten zou ik gaan denken, dat

    > je bij je oordeelsvorming, niet gehinderd wordt door de

    > gedachte dat anderen deskundigheden kunnen hebben die jij

    > niet bij ze verwacht.

    >

    > ik ben zeker geen arbo-deskundige, maar in mijn dagelijkse

    > werk ben ik o.a. belast met het toezicht op de naleving van

    > o.a. de arbowetgeving. Daarvoor heb ik o.a. de de cursussen

    > VCA I (voor uitvoerenden) en VCA II (voor leidinggevenden)

    > gevolgd.

    >

    > Ik kan daarom je alleen maar adviseren eerst eens op je gemak

    > het “compleet arbo-regelgevingboek” dat door de FNV wordt

    > uitgegeven door te lezen. Daar wordt je middels ca. 800 A4

    > pagina's haarfijn uitgelegd wat de ARBO wet feitelijk inhoudt.

    >

    > op de website van de FNV vindt je ook een rubiek ARBO waar je

    > een groot deel van dit boek terugvind.

    >

    > Als je dat gedaan hebt, dan denk ik dat je de brochures met

    > andere ogen gaat lezen.